1. |
Door de Duivel Gehaald
06:54
|
|||
Onstuimige Zuiderzee
Rusteloze muil des doods
Stuurloos door een krachtige Noordooster
Wrakhout in wording
Stemmen in `t achteronder
Bulderend, foeterend
Een gestalte Riekend naar zwavel
Zwart als de donkerste nacht
Onwetende schipper, beneveld
Dobbelend voor zielsbehoud
Geschreeuw Tot de stilte valt
Een gestalte
Riekend naar zwavel
Zwart als de donkerste nacht
Bulderend, foeterend
Onstuimige Zuiderzee
Rusteloze muil des doods
Stuurloos door een krachtige Noordooster
Wrakhout in wording
Kwaadwillende woeste Zuiderzee
infernaal gapend zwart gat
Oneindige leegte
Zinkende dodemansschuit
Het luik dat werd gelicht
Een Walgelijke stank
Bleke, magere hand met kromme klauwen
Vanuit de duisternis
Gierende winden
Houtwerk kraakt
Waanzinnig van angst
Golven klotsen, witte schuimkoppen
Met het terugkerende licht van de jonge dag
Slechts bloedklodders resteren
Een Walgelijke stank
Verlaten
Een doodse stilte
Slechts bloedklodders resteren
Uitgerukte haren
Verscheurd vlees
Uitgerukte haren
Slechts bloedklodders resteren
Verscheurd vlees
Vlees
Vlees….
ontnomen
De duivel
Hij heeft zich hier botgevierd
Gulzig en grondig
Bulderend en foeterend
Onwetende schipper, geveld
Gehaald door de Boze
Gehaald
Door de Boze
|
||||
2. |
De Vloed van 1717
07:23
|
|||
Koude, gitzwarte winternacht
Serene rust, bruut verstoord
Toen de dijken braken
En het landschap werd versmoord
Godminnende christenmensen
Zopas vredig slapend, nu drijvende als lijken
De duivel bracht een moordend water
Dwars door de “Seer slegte en ellendige dijcken"
De voortekenen waren daar:
"De Lugt begon soo wonderlijck te staan.
Hoog, en over al met Draijingen"
Spoedig zou de wrede vloed
De storm bulderde en beukte
En vergezelde de zilte dood
Stad en Ommeland werden verzwolgen
Huizen, hofstedes, verworden tot schroot
De storm bulderde en beukte
En vergezelde de zilte dood
Stad en Ommeland werden verzwolgen
Huizen, hofstedes, verworden
tot schroot..
Levenloze lichamen dobberden
Tussen brokken hout en verdronken vee
Hele families van de aardbodem verdwenen
Opgeslokt door de gulzige zee
Hele families van de aardbodem verdwenen
In het getergde land, verstild van droefenis
Van Lauwers zee tot Dollard tou
Van Drenthe tot aan `t Wad
Dwalen de zielen van zij, zij die ooit waren…
…In hemeltergende rouw
De storm bulderde en beukte
En vergezelde de zilte dood
Levenloze lichamen dobberden
Tussen brokken hout en verdronken vee
Hele families van de aardbodem verdwenen
Opgeslokt door de gulzige zee
Levenloze lichamen
Tussen brokken hout en verdronken vee
|
||||
3. |
Nachtmare
05:07
|
|||
Zwart gedrocht
Boze geest
Diep in de nacht
Hunkerend
Wellustig
Brenger van giftige dromen
Duistere krachten
Wurgen alle lucht
Uit je miezerige strot
Duivels wezen
Levenskrachtverzwelger
Boze geest
Diep in de nacht
Zweetdruppels parelen
Snakkend naar adem
Wild bereden worden
Aan de bedstede genageld
Droes zijn schoonste dochter
Leeft zich beestachtig uit
Hunkerend
Wellustig
Brenger van giftige dromen
Duistere krachten
Wurgen alle lucht
Uit je miezerige strot
Verleidelijke lust het einde
De doodsbrenger bevredigd
Schalkse lach
Wulps gekronkel
In momenten gevolgd
Door een bittere doodgrimas
Gekraak, gekrijs
Verlaten door de lieve heer
Vernederd, onteerd Doodsangst
Voor altijd gekerfd
In je nietige ziel
Als de dageraad daar is
En de zon het gebroken lichaam streelt
Beurs, kapot, leeg
Verschrikt gadeslaan
Het vuur in de haard
Nimmer gesmoord
Het teken, het besef
Het zal wederkeren
Het zal aanhouden
Tot de dood
Tot de dood
En nadien
Het vuur in de haard
Nimmer gesmoord
Het teken, het besef
Het zal wederkeren
Tot de dood
Tot de dood
En nadien
|
||||
4. |
||||
Waar witte wieven dwalen
Waar oorverdovende stilte
het uitschreeuwt nabij de Duyvelskutte
in stinkend zompig moerasland
Kindergeschrei echoot vanachter `t riet
Vanuit de duistere diepte klinkt zijn lokroep
Loerend, afwachtend, altijd hongerig
Zwarte watergeest van de dood
Rode ogen staren
Rood haar zwiert door de algendrab
Ontbindingswalmen rijken naar het firmament
moordlustige verschijnsel, zonder genade
Is het een verdronken ziel?
Op zoek naar genoegdoening en vergelding?
Verbannen van het aardse, gedoemd tot de eeuwige jacht
Zij, die zich toch lieten verleiden
Zij, Die de lokroep niet konden weerstaan
Zij, Werden op een onbewaakt moment
Zij, zij werden dan gegrepen
Door gruwelijke klauwen de troebele doodspoel
Opdat het water je longen vulde
Je levensvuur stilaan dooft
en Het oneindige zwart je opslokt
Boezenhappert
Okkerman
Waternekker
Gretig en woest zuigt het zijn prooi leeg
Vraatzuchtig, tot de laatste druppel is gedronken
Het beest met de vele namen
Van Boezenhappert, Okkerman tot Waternekker
Boezenhappert
Okkerman
Waternekker
Zij, die zich toch lieten verleiden
Zij, Die de lokroep niet konden weerstaan
Zij, zij
Zij, zij werden dan gegrepen
Dat zielen grist en oppot, die nimmer de hemel zullen zien
In een riekende omgekeerde urn
Diens honger nooit is gestild En immer wacht
loert en lonkt Vanuit de duistere diepte
|
||||
5. |
||||
Als de nacht haar mantel werpt
IJskoude zilte Noorderwind
De bloedmaan
Opgeslokt door gitzwarte wolken
Uitgestrekte weides van armoe en verdriet
Slechts de gloeiende ogen der Börries
Doorbreken de verstikkende duisternis
Zijn duivelse gehuil, zinderend
Door merg en been….
Zelfs de Aulken blijven verscholen
Dwaalichten verstommen, versmoren
Nachtridders uit de hel openbaren zich
Als hongerige vlammen in `t Zwerc
Ongelukkigen, die het pad kruisten
Van Widde Wiend en Smakhak
Hun leven onzeker, verstijfd van schrik
Pis en schijt zal sijpelen langs angstige, verkleumde benen
Zijn duivelse gehuil, zinderend
Door merg en been...
Brengers van ellende en ongemak, van ziekte en van dood
Als de nacht haar mantel werpt over de koude, kille drek
Als huiveringwekkende angst het overneemt van sereen avondrood
Zal `t wemelen van duist`re schepsels op deze lugubere onheilsplek
Aanschouw de verdorven Hommelstommel
Half paard, half mens
De Duivekater zijn krankzinnige gejank
Zielenverslinders omgeven door zwavelstank
De Waddenduvel jaagt woest en gulzig
En sleurt zijn prooi in `t slik tot het sterft
Boerderijen branden, een waardig inferno
Het kwade werk van Pok
Sterven zal een dierbare, breken zal je hart
Gij, die oog in oog staat met de Zwarte Juffer betaalt een hoge prijs
in `t zwart Ontboden wordt de man met de eeuwig zwaaiende zeis
Sterven zal een dierbare, breken zal je hart
|
||||
6. |
Heggemoeder
08:45
|
|||
Verscholen achter knekeltakken
Gehuld in de verstikkende mist
Brenger van ziektes en ongemakken
Sluimerend kwaad uit de duisternis
Gehuld in de verstikkende mist
Drachtige vrouwen, verguld
Verblind door geluk en voorspoed
Nachtspook, door kwalen en koorts omhuld
Hongerig naar warm en rein bloed
Het ritselen der hazelaar
Duivelse geluiden ongehoord
Geruis door het schaduwrijke struikgewas
De opmaat naar een ziekelijke moord
Het ongeboren telg dat aan de beurt was.
Wanneer de Heggemoeder zal verschijnen
Zal alles anders zijn dan ervoor
Hartzeer zal je opeten
Het leven zal wegkwijnen
Nooit opkrabbelen
Sterven van verdriet
Drachtige vrouwen, verguld
Verblind door geluk en voorspoed
Nachtspook, door kwalen en koorts omhuld
Hongerig naar warm en rein bloed
Het ritselen der hazelaar
Duivelse geluiden ongehoord
Geruis door het schaduwrijke struikgewas
De opmaat naar een ziekelijke moord
Het ongeboren telg dat aan de beurt was.
Wanneer de Heggemoeder zal verschijnen
Zal alles anders zijn dan ervoor
Hartzeer zal je opeten, het leven zal
Wegkwijnen
Nooit opkrabbelen
Sterven van verdriet
Zij die beter af waren, en niet hoorden bij haar moorden
Spraken bij een oude wilg angstig de volgende woorden
“Goê morgen, Olde
Ik geef oe de Kolde
Goê morgen, Olde!”
Waarna men zich omkeerde en schielijk wegliep
Nimmer omkijkend, maar intens hopend
Op verlossing van de pijnlijke kwalen
Opdat de dood je maar niet kwam halen
Heggemoeder
Heggemoeder
|
||||
7. |
Goedendag Morgenster
06:47
|
|||
Bloed, warme klodders bloed
Klotsen in de rondte
Opengereten vlees , kapotgeslagen
Verbrijzelde beenderen, dampende wonden
Bloed, warme klodders bloed
dampende wonden
Huiveringwekkend gekrijs, gegil
Moorden tot kunst verheven
Verlammende pijn, lichaam verstild
Zo te sterven had niemand ooit gewild
Levensvuurdovers zonder genade
Meedogenloze bottenkrakers
Arme sloebers, kruipend door hun stront
Verworden tot miezerige bloedbrakers
De ster van Bethlehem
Gulzig stotende, zwaaiend naar voren
Goedendag, hongerige gatenmaker
Vernietiger der zotten en druiloren
Uit vergeten tijden
Echo`s van een gruweldood
Doodsknotsen van weleer
Weduwemakers
Mannen, jong en oud
Koud gemaakt in grote getalen
Goedendag / Morgenster
De zeisenman komt je halen
De zeisenman komt je halen
|
Elfsgedroch Groningen, Netherlands
Inspired by the northern parts of the Netherlands. With it`s desolate meadows, haunting winds, hungry sea, ancient spirits, occult myths, dark legends and bloody historic events.
Streaming and Download help
If you like Elfsgedroch, you may also like:
Bandcamp Daily your guide to the world of Bandcamp